Leon van Boekel, leraar in opleiding De Piramide Vught
Om leraar basisonderwijs te worden, hoef je dat beroep niet persé al op de middelbare school als hoogste doel te zien. Grote kans zelfs dat je op die leeftijd er niet aan moet denken om voor de klas te gaan staan. In de meeste gevallen zal het gewoon niet in je opkomen dat zo’n baan bij je past. In een serie ervaringsverhalen willen we laten zien dat jonge leerkrachten soms heel verschillende redenen hebben om voor het onderwijs te kiezen. En heel verschillende routes volgen naar een bevoegdheid.
Voor bijna iedereen geldt dat een concrete ervaring in de praktijk het grootste verschil maakte. Dat is ook de reden dat er op de scholen in de regio Den Bosch zogenaamde Mee-Maak Dagen zullen worden georganiseerd.
We vragen aan Leon van Boekel, die sinds kort werkzaam is op De Piramide in Vught, hoe hij zijn weg naar het basisonderwijs gevonden heeft.
‘Als je zoals ik een zij-instroom traject volgt, dan wordt er van je verwacht dat je van begin af aan les gaat geven. Dat is spannend, maar je leert zo wel heel snel. Voordat ik de switch maakte en besloot om mijn lesbevoegdheid te halen, had ik een totaal ander leven. Ik had vroeger niet kunnen bedenken dat ik ooit voor de klas zou gaan staan.
Waar het begon
Ik ben opgegroeid in Veldhoven en zat op een fijne school waar ik warme herinneringen aan heb. Met sommige van mijn klasgenoten van toen heb ik nog steeds contact. Wat me het meeste bijstaat zijn de creatieve activiteiten, de liedjes die we zongen, de leraar die zijn gitaar mee naar school nam. Je onthoudt blijkbaar wat iemand uniek maakt, de ervaringen die je opdoet. Als ik naar mezelf kijk, wil ik ook een leraar zijn die niet alleen kennis overdraagt, maar ook aandacht schenkt aan sociale vaardigheden. Overigens vind ik het heel belangrijk dat kinderen ontwikkeling laten zien op alle vlakken, dat ze het beste uit zichzelf halen.
De kunst van communiceren
Op het vwo was ik vooral geïnteresseerd in talen en in vakken zoals aardrijkskunde en geschiedenis. Onze school was een oud gebouw met historie, prachtig gelegen in de natuur. Ik ben vervolgens communicatie- en informatiewetenschappen gaan studeren aan Tilburg University. Veel vrienden kozen ervoor om eerst op wereldreis te gaan, maar ik wilde verder met mijn opleiding. Heb uiteindelijk ook mijn master in tekst en communicatie gedaan. Mijn idee was om misschien journalist te worden. Ik ben geïnteresseerd in debatten voeren. Dat deed ik vroeger met vrienden over allerlei onderwerpen. Het was een sport om een standpunt in te nemen waar ik niet per se achter stond, om te kijken of ik goede tegenargumenten kan bedenken.
De wereld verkennen
Mijn scriptie ging over de Amerikaanse politiek. Bestuur en politiek leek me ook interessant, maar ik wist gewoon nog niet zo goed wat ik wilde. Het boeide me ook niet zo om carrière te maken. Ik dacht, er komt vast iets op mijn pad wat ik leuk vind. Ik kreeg daar ook alle ruimte voor om dat uit te zoeken. Stiekem was ik wel wat jaloers op anderen die al jong wisten welk beroep ze wilden gaan uitoefenen. Aan de andere kant leer je veel van omwegen bewandelen. Ik heb zo veel geleerd over mezelf en het leven. Ik heb andere werelden verkend, vooral toen ik besloot om die reis te gaan maken die mijn vrienden vijf jaar eerder hadden gemaakt. Daarvoor moest ik eerst wat geld verdienen. Zo kwam ik terecht bij het contactcentrum van de Nederlandse Spoorwegen. Een boeiende baan waar ik voortdurend moest schakelen tussen collega’s op de kantoren, klanten, de politie en de brandweer, de conducteurs en machinisten en de medewerkers van de stations. Dat heb ik bijna twee jaar gedaan totdat ik voldoende geld had om om reis te gaan naar Zuid Amerika. Die tijd wilde ik ook helderder krijgen wat mijn volgende stap zou zijn. Vanuit Medellin in Colombia ben ik gaan backpacken naar Peru, Bolivia en Chili. In dat jaar ben ik next level volwassen geworden, zeg maar. Je komt voor veel uitdagingen te staan en moet leren omgaan met tegenslag. Het gaf me veel zelfvertrouwen en geloof in mezelf. Het maakte dat ik stappen durfde te zetten in het onbekende, om het roer om te gooien als dat nodig is. Dat zelfvertrouwen meegeven is ook iets dat ik heel belangrijk vind in het onderwijs. Iedereen heeft lessen te leren, iedereen maakt groei door, waar je ook vandaan komt. Als je goed in je vel zit, ben je minder geneigd om anderen te kleineren of buiten te sluiten.
De juiste match vinden
Ik kwam terug in Nederland en was toe aan een serieze baan. Ik solliciteerde bij verschillende bedrijven en ontdekte dat een baan in de Recruitment goed bij mij paste. Gesprekken voeren, zoeken naar kwaliteiten van mensen en die matchen met behoeften van werkgevers. In mijn eerste echte baan voor een bureau in Eindhoven deed ik de recruitment voor technische functies voor bedrijven zoals ASML en Philips. Het hielp daarbij dat ik ook Engels spreek. Ik heb dat een jaar of drie gedaan en heb ook als teamleider gewerkt. Daar heb ik veel van geleerd wat me nu ook van pas komt op school. Actief luisteren naar mensen en ze motiveren. Met elkaar doelen bereiken.
Het heeft veel te maken met klassenmanagement. Aan de ene kant aandacht voor rust en orde en taakgericht gedrag en aan de andere kant ervoor zorgen dat iedereen zichzelf kan zijn en zich vrij voelt om zich uit te spreken.
Het keerpunt
Op een gegeven moment besefte ik dat ik weinig voldoening haalde uit mijn werk. Het ging om business en cijfers en resultaten. Het voelde niet alsof ik echte waarde voor mensen toevoegde. Ik had ze niets te bieden waardoor hun leven beter werd. Met de overname door het Franse hoofdkantoor ontstond er onrust. Voor mij het moment om een nieuwe weg in te slaan. Ik vroeg me af waar ik echt gelukkig van zou worden. Wat past bij mij? Waar krijg ik energie van? In die oriëntatie kwam steeds vaker de gedachte op dat ik een rol wilde spelen in de ontwikkeling van kinderen. Maar tegelijk dacht ik ook: ik heb een communicatie opleiding en bepaald carrierepad gekozen. Hoe realistisch is het om nu de pabo-opleiding te gaan doen en leerkracht te worden. Het veranderde toen ik hoorde van het zij-instroomtraject.
Nieuwe mogelijkheden
Positief was dat je niet helemaal van voor af aan hoeft te beginnen. Dat ik al een eerdere opleiding had afgerond en dat er een tekort is aan leraren. Bovendien las ik dat je als zij-instromer een waardevolle bijdrage in een team kunt zijn. Twijfels waren er ook. Dat je in het diepe wordt gegooid en dat ik qua inkomen wat moest inleveren ten opzichte van wat ik gewend was. Via een detacheringsorganisatie kwam ik in contact met schoolbesturen en met Fontys Kind en Educatie en korte tijd later maakte ik kennis met mijn collega’s van deze school. Ik word hier goed begeleid, de school neemt de opleidingskosten voor haar rekening en ik krijg ruimte om aan mijn studie te werken. Ik wist meteen, dit is echt iets voor mij.
Leraar én leerling
Wat ik waardeerde was dat ze hier openstaan om iemand voor de klas te laten staan die dat nog nooit gedaan heeft. Het vertrouwen was er vanaf het begin. Mijn duo-collega is tevens mijn mentor en samen draaien we de klas. We bespreken hoe het gaat in de klas en ik krijg feedback op mijn ontwikkelingstappen. Niet onbelangrijk is dat je eerst het geschiktheidsonderzoek moet doorstaan om aan de opleiding te kunnen beginnen. Je investeert dan in jezelf, zonder dat je al in loondienst bent. Het is een heel verantwoordelijke baan, dus ik vind het heel terecht dat daar eisen aan verbonden zijn. Ik ervaar dat Pabo docenten graag van ons terug horen waar we tegenaan lopen en wat in onze ogen beter kan. Ze staan open voor voor opbouwende kritiek. Het zal niet op elke school hetzelfde zijn, maar coaching is hier goed geregeld. Ik merk dat collega’s blij zijn dat ik er ben en bereid om me op weg te helpen. Het is soms nog wat zoeken naar de balans tussen eigen initiatieven nemen en vragen om sturing. Ik ben gewend om in het diepe te springen, om met vallen en opstaan te leren. Al is het ook fijn om zo nu en dan handgrepen aangereikt te krijgen. Complimenten krijg ik over mijn manier van communiceren. Dat ik helder en eerlijk communiceer. Collega’s waarderen mijn leiderschapskwaliteiten, dat ik empatisch ben, dat ik iedereen met respect benader en dat ik ze het gevoel geef gezien en gehoord te worden. Wat ik fijn vind is dat ik nu de ruimte krijg om wat extra tijd aan mijn studie te besteden, zodat ik niet in de knel kom met mijn planning.
Oproep aan mannen
Er wordt vaak gedacht dat lesgeven op de basisschool vooral voor vrouwen is. Maar dat is zeker niet zo. In het onderwijs kun je op allerlei manieren van betekenis zijn. Het draait echt niet alleen om gezellig hartjes en bloemetjes kleuren. Als man voor de klas breng je een andere energie. Je hebt het over andere onderwerpen zoals gamen en voetbal. Je kunt een rolmodel voor jongens zijn, je kunt wat meer uitdaging bieden en grenzen opzoeken. Weerbaar word je volgens mij alleen maar als je tegenslag tegenstand hebt. Ik vind het zelf leuk om wat te doen met computers in de klas en ik help anderen in het team met vragen op het gebied van digitale geletterdheid. Wat ik ook meebreng is regie nemen in het organiseren van evenementen. Daar heb ik veel ervaring mee opgedaan. En het spreekt voor zich dat PR en communicatie op mijn bordje liggen.
Samen groeien
Ik merk aan mezelf dat ik een leraar ben die gaat voor resultaat. We moeten met elkaar beter willen worden. Ook als het een keer wat minder gaat jezelf oprapen en weer doorgaan. Wat die volgende fase van ontwikkeling is, is voor ieder kind natuurlijk anders. Feit is dat je niet te snel genoegen moet nemen met ‘best wel oké’ als er meer in zit.
In het basisonderwijs bouw je een band op met kinderen. Je ziet ze groeien. Je legt daadwerkelijk de basis voor verdere ontwikkeling. Kinderen krijgen er een goede voedingsbodem om eigenwaarde en zelfvertrouwen te ontwikkelen, waardoor ze later zekerder zijn, ook in situaties die wat minder comfortabel voelen. De kwaliteiten die je als leraar nodig hebt, zijn eigenlijk dezelfde die je kinderen wil meegeven.